Vanja in gesprek met Reiny Ames
Als jonge vrouw van 22 jaar kwam Reiny Tijsseling in 1974, samen met haar man Henk Ames naar Rozenburg. Oorspronkelijk zouden ze hier vijf jaar blijven. Ze woont er nu nog. Ze heeft zich altijd met hart en ziel ingezet voor Rozenburg en de Rozenburgers. “Ik heb een heel groot hart voor Rozenburg. Ik woon hier al zo lang en ik ken zo veel mensen.” Reden genoeg voor Vanja Beukelman-Pavlovic om een mooi gesprek te hebben met deze veelzijdige en gastvrije dame.
“Wij kwamen hier naartoe, omdat Henk net afgestudeerd was en geen zin had om in dienst te gaan. Hij kreeg uitstel van dienst en wanneer hij in Rozenburg vijf jaar zou lesgeven, kreeg hij automatisch afstel van dienst. In het begin vond ik het echt verschrikkelijk om hier te wonen. We komen van de Veluwe, dus dat was een enorm verschil. De industrie kwam zo op mij af! Mijn man zei dan: ‘Ach lieverd, Rozenburg is het schoonste dorp van Nederland, het wordt twee keer per dag chemisch gereinigd’. Na die vijf jaar hadden we hier een groot sociaal leven opgebouwd, dus we zijn gebleven.”
Om even bij het begin te beginnen, uit welk gezin komt u zelf?
“Ik ben geboren en getogen in Nijkerk, op de Veluwe en kom uit een muzikaal gezin met 4 jongens en 4 meisjes. Mijn opa had een meubelzaak en was orgelbouwer. Mijn vader is van origine ook orgelbouwer en daar heb ik mijn muzikaliteit van. Ik speel piano zonder noten te lezen. Componeren doe ik graag en ik schrijf zelf ook teksten.
Mijn opa en oma woonden in Barneveld, samen met mijn vader, zijn twee broers en twee zussen. De broers wilden het meubelbedrijf in Barneveld gaan uitbreiden, maar dat keurde de gemeente niet goed. Ze zijn toen uitgeweken naar Nijkerk. Daar hebben ze een prachtige fabriek op poten gezet. Drie uiteindelijk; een meubelfabriek, een broedmachinefabriek en een triplexfabriek. Mijn vader werd directeur van de broedmachinefabriek en mijn ooms kregen allebei een van de andere onder hun hoede. Mijn vader had de “Econoom broedmachine” ontwikkeld en daar patent op verkregen.
Tijdens de oorlog is de fabriek nog geconfisqueerd door de Duitsers. Ze hebben daar toen een noodziekenhuis van gemaakt met allemaal bedden en geïmproviseerde operatiekamers. Mijn vader moest deze samenwerking wel verlenen aan de Duitsers, ook al wilde hij dat natuurlijk niet. Het had wel een voordeel, want er was daardoor voldoende eten en drinken thuis. Hij deed er overigens wel alles aan om de Duitsers zoveel mogelijk tegen te werken. En hij heeft ook veel Joden weten te redden, gelukkig.”
“Ik ben heel zelfstandig en geëmancipeerd opgevoed en dat ben ik altijd gebleven.”
En waar heeft u uw man leren kennen?
“Henk komt uit Hoevelaken, dat is zo’n 10 minuten van Nijkerk vandaan. Bij gezamenlijke vrienden was er een groot feest, daar hebben we elkaar ontmoet. Henk heeft me later verteld dat hij eigenlijk nooit contact met mij durfde te zoeken. Op die avond had ik net mijn lange haar afgeknipt. Iedereen vond dat vreselijk zonde. Henk vond het juist mooi en vond mij daardoor toegankelijker. Dus hij kwam naar me toe en vroeg me ten dans. Hij wilde me ’s avonds naar huis brengen, maar dat vond ik niet nodig. Ik was namelijk zelf op de brommer. Ik ben heel zelfstandig en geëmancipeerd opgevoed en dat ben ik altijd gebleven. Daar heeft Henk in het begin van ons huwelijk erg aan moeten wennen, hij had een meer degelijke opvoeding genoten.”
Wanneer zijn jullie op Rozenburg komen wonen?
“Dat was in januari 1974, we kwamen samen met onze dochter van tweeënhalf jaar. We hebben eerst drie jaar op de Mezenhof gewoond, daarna hebben we ons huidige huis gekocht, waar ik nog steeds woon. We hebben in de loop der jaren Rozenburg erg zien groeien. Toen wij er kwamen wonen was er alleen Albert Heijn om je boodschappen te doen.
Destijds, tijdens het boodschappen doen, kwam ik daar altijd vaak mannen tegen. Dat vond ik vreemd, ik was gewend dat mannen overdag werken. Ik bracht dat ter sprake bij Henk en zei dat ik mij afvroeg of al die mannen dan werkeloos waren? Nou, toen moest hij wel lachen. Hij vertelde me dat dat continuers waren. Het fenomeen continu werken kende ik helemaal niet.”
Uw man was docent geschiedenis, werkte u zelf ook?
“Henk had daar in het begin wel moeite mee. Door zijn klassieke opvoeding had hij de overtuiging dat de man voor het inkomen zorgt en dat de taak van de vrouw is om thuis te blijven. Nou, ik verveelde me stierlijk en de muren kwamen op mij af! Ik ben een doe-mens. Het thuiszitten benauwde mij enorm.
Ik heb na de middelbare school Schoevers gedaan, twee jaar, voor internationaal secretaresse. Omdat Henk in het onderwijs zat, leek het mij leuk dat zelf ook te doen. Ik ben toen naar de sportopleiding CIOS gegaan. Ik turnde zelf op hoog niveau, dus heb na mijn basisopleiding aan het CIOS ook nog de specialisatie turnen en ritmische gymnastiek KNCGV gedaan. Bij gymnastiekvereniging Excelsior heb ik 15 jaar turnles gegeven, ben nog kampioen geworden van Zuid-Holland met de jongens 10-13 jaar.
Er was destijds geen crèche op Rozenburg, maar ik wilde gaan werken. Dus ben ik dat zelf gaan regelen. Ik kende de toenmalige burgemeester, ambtenaren en wethouders goed en ben met hen gaan praten. Ik heb hen ervan weten te overtuigen dat Rozenburg met zijn tijd mee moest gaan. In een dorp waar er veelal in de continu gewerkt wordt en vrouwen ook steeds vaker gaan werken, was opvang voor de kinderen noodzakelijk.
De Gemeente was het met mij eens en vroeg me om me daar hard voor te maken. Dat heb ik gedaan en op korte termijn was er een crèche in de Goudenregenstraat, onze dochter Sévérine was de eerste die ingeschreven stond.”
“Ze zullen me eerst moeten haten, voordat ze me lief kunnen hebben.”
“Toen ik dit allemaal voor elkaar had, heb ik het pas aan Henk verteld. Zonder zijn weten had ik me ingeschreven bij een uitzendbureau. Ik kon vier ochtenden administratief werk doen bij P&O Ferries. Na verloop van tijd werd ik directiesecretaresse van de Managing Director.
Ik heb ook nog een aantal weken gewerkt als invalster docent lichamelijke opvoeding op het Penta College / Godfried Richter. Ik werkte daar onder mijn meisjesnaam. Henk mocht van mij absoluut niet vertellen dat wij getrouwd waren. Ik was daar gewoon mevrouw Tijsseling en dus niet ‘de vrouw van’. Ik was streng, maar rechtvaardig. Ik heb namelijk één stelregel ‘ze zullen me eerst moeten haten, voordat ze me lief kunnen hebben’.
Na P&O Ferries ben ik zo’n 12,5 jaar Personal Assistant van de CEO geweest van een bedrijf in Schiedam. Ja, dat is een hele mond vol, het kwam erop neer dat ik de rechterhand was van de directeur-eigenaar. Deze man wilde aan niks hoeven te denken, ik regelde en organiseerde alles. Heb zelfs nog twee jaar HR gedaan naast mijn hoofdbaan. Ik moest van alle ins en outs op de hoogte zijn. Het was een internationaal bedrijf en ik moest regelmatig schakelen tussen Nederlands, Engels Frans, Duits en zelfs Spaans.”
Had u daarnaast nog tijd voor andere dingen?
“Zoals ik al vertelde, ben ik een doe-mens. Dus ja, zingen in een Vocale Group, cursussen, jazzballet, bonsaibomen kweken/snoeien, mantelzorger.
Eind jaren 80, begin jaren 90 heb ik een talkshow gehad op Rozenburg ‘de Schans actueel’, samen met Peet van der Snoek (bekend van de carnavalsvereniging), dat deden we zo’n drie keer per jaar. We zijn bij elkaar gebracht door Teun Kalkman en Pépé Fernandez, dat zijn echt de grondleggers van deze talkshow. Peet en ik hadden meteen wel een klik en we vulden elkaar goed aan. Tijdens de show gingen wij in gesprek met een directeur van een bedrijf, een middenstander, iemand uit het verenigingsleven en iemand die zich om wat voor reden dan ook verdienstelijk maakte in deze maatschappij. Ik had bedacht dat het leuk was om de voorgesprekken die we deden op te nemen met videocamera en op een groot scherm op het podium te laten zien. Dat was om onszelf een beetje in te dekken. Mocht het interview niet zo interessant zijn, dan had het publiek in ieder geval nog iets leuks om naar te kijken. Dat bleek echt een goede formule.
Jaarlijks hielp ik ook op school met ‘de witte week’. Dat hield in dat de leerlingen een week lang iedere dag iets mochten doen wat ze normaal niet konden of mochten doen van huis uit, omdat het te duur was of niet te bereiken. Legio keuzes waren er; roeien, hockeyen, jazzballet, paardrijden, tennissen en ga zo maar door. Ik hielp dan altijd met bloemschikken, jazzballet en verzorgde een modeshow. Bij Cor Vermeer heb ik trouwens als invalster nog een paar jaar jazzballet gegeven.
En ik ben mantelzorger voor een vrouw van 94 jaar. Dat doe ik al zo’n 15 jaar. Door een herseninfarct woont ze nu in de plantage. Dus nu help ik haar daar. Er staat een piano in “De Halte”. Daar speel ik vaak op, dat vinden de bewoners allemaal heel fijn en het is erg dankbaar om te doen. Muziek is echt therapie!
Ik heb ook nog allerlei studies gedaan. Ik begon eerst met Reiki eerste graad, tweede graad en daarna master. Vervolgens ben ik nog verder gegaan en deed ik cursussen voetreflex, metamorfose massage en een opleiding hypnotherapie. Dat was onvoorstelbaar interessant. Ik heb daar veel psychologische kennis opgedaan, want dat is absoluut nodig als je met mensen de diepte ingaat. In mijn werkzame leven heb ik daar heel veel aan gehad.
Sinds acht jaar ben ik ook BABS (Buitengewoon Ambtenaar van de Burgerlijke Stand).
Ik ben eerder gestopt met werken, doordat mijn man ziek werd. Vorig jaar is hij helaas overleden.”
Hoe was het om de eerste keer een huwelijk te voltrekken?
“Heel erg bijzonder, het was in Rotterdam bij de roeivereniging, dichtbij de Erasmusbrug. Het huwelijk zelf heb ik voltrokken in het Maritiem Museum. Wat ik ook heel bijzonder vind, is dat ik het eerste huwelijk mocht voltrekken dat in Brasserie Noortje plaatsvond. Dat was het huwelijk van een oud-collega van mij. Het echtpaar had mij zelfs gevraagd een lied voor hen te spelen op de piano. Dat zag ik eigenlijk niet zo zitten. Er is ook geen piano bij Noortje. Maar ik heb wel een digitale piano en als verrassing heb ik een lied geschreven, de muziek gecomponeerd en het op hun huwelijksdag ten gehore gebracht. Burgemeester Aboutaleb heeft mij de eerste zingende BABS van Rotterdam genoemd, dat is toch leuk.”
“Zolang ik maar onder de mensen ben, voel ik me fijn.”
Wat is uw grootste eigenschap?
“Ik ben echt een mensen-mens. Zolang ik maar onder de mensen ben, voel ik me fijn. Na het overlijden van Henk ben ik ook lid geworden van een tweede koor. Ik zing namelijk al jaren bij Canticum Novum. Nu ben ik het afgelopen jaar gevraagd als sopraan voor het Luma Vocaal Ensemble. Zij zingen Zuid-Afrikaanse liedjes. Eveneens ben ik gevraagd in het bestuur van Muziektheater De Ontmoeting, daar vervul ik de functie van secretaris. Ik redigeer teksten voor twee bedrijven en doe de PR-zaken van het koor. Daarnaast ben ik zo af en toe Ladyspeaker van een modeshow of cultureel festijn. Veel verplichtingen, maar het houdt me van de straat!”
U bent inmiddels een echte Rozenburgse geworden, zijn er nog dingen die u zou willen verbeteren?
Wat ik hier mis is een mooi onderkomen voor de jeugd, een honk waar zij zich thuis kunnen voelen. Een plek waar zij zich kunnen ontwikkelen op cultureel en muzikaal niveau, een stek waar ze samen willen komen. Zodat ze niet gaan lopen donderstralen op straat. Wat ik erg spijtig vind is dat alle winkels in de Emmastraat weggaan en verbouwd worden tot woningen. Op die manier gaat de historie weg en dat vind ik ontzettend pijnlijk om te zien. Verder ervaar ik Rozenburg als een dorp van aanpakken, werken, doen met elkaar en een grote saamhorigheid”
“En durf te luisteren naar je intuïtie, dat kleine stemmetje binnenin, dat vertelt je alles.”
En heeft u dan tot slot nog een advies voor de jongere generatie?
“Maak gebruik van je eigen talent en weet ook waar je niet goed in bent. Alle deuren gaan open als je je kwetsbaar op durft te stellen. Met elkaar ben je sterk, maak gebruik van elkaars kwaliteiten. En durf te luisteren naar je intuïtie, dat kleine stemmetje binnenin, dat vertelt je alles. Doe er iets mee! Alles werkt als een boemerang, wat je geeft is wat je ontvangt.”
Bescheiden vrouw die nadrukkelijk allerlei sociale, emotionele en organisatorische zaken en aspecten op Rozenburg veelzijdig heeft aangepakt en/of gestimuleerd.
Verdient een lintje op termijn!
Leuk en inspirerend verhaal