Mark Smit
Mark Smit is een import-Rozenburger, maar wel een die zich erg betrokken voelt bij het dorp. Als centrummanager van de winkeliersvereniging en parkmanager van de BIZ Pothof, oud-steunfractielid in de deelgemeente, oud-gebiedscommissielid in de gebiedscommissie en oud-voorzitter van carnavalsvereniging De Smooksnuivers is hij een bekend gezicht voor veel Rozenburgers. Hij heeft het hart op de tong, maar met de beste bedoelingen voor het dorp, open en begripvol voor mensen en veranderingen. Reden voor Vanja Beukelman-Pavlovic om Mark te vragen naar zijn ervaringen met Rozenburg.
“Ik ben geboren in het Ikazia ziekenhuis, dus ik ben een trotse Rotterdammer. Een van de weinige hier”, begint Mark grappend. “In mijn jeugd was ik meer op Brielle georiënteerd. Mijn familie woonde in Oostvoorne, in de polder, bij Kruiningergors in de buurt. Ik ging in Brielle naar school en wilde daar gaan wonen en bij de brandweer gaan. Ik heb ooit zelfs gezegd: ‘In Rozenburg zou ik niet dood gevonden willen worden.’ Toen leerde ik Carola kennen. Zij was mijn danslerares en ze woonde hier. Toen kwam ik van de snelweg af het dorp in en bleek die uitspraak niet te kloppen.”
“Door de kinderen werd ik meer betrokken bij het dorp.”
De liefde bracht jou naar Rozenburg.
“Mijn doel was om in Brielle bij de brandweer te gaan. Ik kom uit een brandweerfamilie. De regel was natuurlijk dat je in de gemeente moet wonen. Dat bleek ingewikkeld. Ook speelde mee dat het brandweerman zijn impact heeft op de hele familie. Een partner moet kiezen voor een brandweerman. Ik wist dat ik naar Rozenburg zou verhuizen, een nieuw leven opbouwen. Ik wilde ook meer mezelf uitvinden. Dus de brandweer ging niet door.
Samen met Carola heb ik twee dochters. Zo stond ik ineens op het schoolplein. Voor mijn werk was ik veel op weg. Door de kinderen werd ik meer betrokken bij het dorp. Ik wilde sowieso als vader helpen op school. Niet alleen meegaan met de schoolreisjes, maar ook met de fietsexcursies en de vervelende klusjes.”
Toen de kinderen naar het Penta gingen, ging Mark daar in de ouderraad. “De toenmalige directeur, Joop Grimm, wilde weten wat er echt leeft in de hoofden van Rozenburgers. Hij vond het gevoel van het dorp belangrijk. Pas later ben ik een mening gaan vormen en betrokken geraakt bij de dorpspolitiek.
Dat begon echt bij carnavalsvereniging De Smooksnuivers. Daar ben ik 6 jaar voorzitter geweest. Toen hoorde ik dat De Schans gesloten zou worden. Dat gebouw was een waarde voor het dorp. Ik ging kijken wat ik kon betekenen om te proberen de Schans open te houden. Ik vroeg een vriend hoe dat werkte met inspraak. Deed mee aan brainstorms en sprak in, in de gemeenteraad. Ik heb altijd een mening gehad en ik ben niet iemand die op een afstandje gaat roepen. Ik geef mijn mening, maar wil er ook voor aan de slag.”
Hoe kwam je in de politiek terecht?
“Ik had veel contact met Luuk Ravensloot, van de PvdA. Ik had het beste gevoel bij de PvdA en de VVD. Hoe kom je erachter wat goed voor je is? Ik heb de oude verkiezingsprogramma’s opgevraagd en heb gekeken wat ze hadden beloofd en waargemaakt. De handelswijze van de VVD was toen het meest passend bij mijn idee voor Rozenburg. Meerdere partijen hadden mij benaderd. De VVD niet, maar ik was welkom. Ik begon als steunfractielid en kwam daarna in de raad. Ik luisterde niet alleen naar de VVD-stemmers. Ik zat daar niet als Mark. Je maakt met zijn allen het dorp. Ik verbaasde me erover hoe weinig saamhorigheid er was. Veel tegenstellingen en oud zeer.”
Dat zie je nu op veel plaatsen.
“Trump, Wilders, Baudet. Wat brengt dit? Het is een gevaarlijke ontwikkeling. Ja, je bent verschillend, maar kap met elkaar het leven zuur maken. Wat je in je privéleven van iemand vindt is jouw zaak, maar blijf zoeken naar de grootste gemene deler. Probeer te denken: prima, dan zijn we het nu niet eens, maar een volgende keer misschien wel.”
Hoe heb jij Rozenburgers ervaren?
“Je hebt een partij betrokken Rozenburgers. Die zie je vaak, ook bij de politiek en in het verenigingsleven. Het gevaar daarbij is dat je die als ‘de enige Rozenburgers’ ziet. De gemiddelde ouder zie je echter niet, de sociaal zwakkeren zie je niet, de twee keer modaal ook niet en de jeugd ook niet op die plekken.”
“Die term ‘het afvalputje van Rotterdam’ maakt me pisnijdig.”
Heb jij je verzet tegen Rotterdam?
“Ik was niet bij de beslissing betrokken, maar het alternatief was niet realistisch, ook niet met de draagkracht die we moesten hebben. Ik ben pas echt met mijn voeten op de grond gekomen door de discussie over het Tegeltableaus van het oude zwembad. Voor de echte historie van het dorp, moet je diep graven. Als je je daar in verdiept, dan snap je wel hoe het oude Rozenburg vecht voor zijn identiteit. Zelf kwam ik ook wel eens in zwembad De Zeehond, maar dat kunstwerk was voor mij slechts wat gekleurde vlekken op de muur.”
Het verhaal van Leo Boer, die vertelde over de geschiedenis en het ontstaan van de Zeehond, heeft Mark laten zien hoe het zat in het dorp met de geschiedenis. “Mijn generatie import-Rozenburgers heeft niet veel met dat kunstwerk. Daar zijn we de fout mee ingegaan. Wij als collectief hadden de architect van het nieuwe zwembad moeten zeggen dat we dat kunstwerk wilden houden. En niet hem later kwalijk nemen dat hij het niet alsnog wilde inpassen.”
Hoe meng je de verhalen van oude Rozenburgers met die van nieuwe Rozenburgers?
“Veel luisteren en praten. Wat je ook ziet: heel veel jongere mensen komen terug. Ook al zeggen ze als jongere dat er geen klote te doen is. Dat zegt iets.”
Je zegt: ik ben import, maar wij zijn allemaal Rozenburgers.
“Die term ‘het afvalputje van Rotterdam’ maakt me pisnijdig. Je bagatelliseert het probleem ermee. Bij de onruststokers zitten ook Rozenburgse jongeren. Die moord bij de Lidl, daar waren Rozenburgse jongeren bij betrokken die op Rozenburgse basisscholen gezeten hebben. Het is een Rozenburgs probleem. Als wij het afvalputje van Rotterdam zijn, waarom hebben ze dan soortgelijke problemen in Oostvoorne?
Wilders doet het ook. Bagatelliseren zorgt dat je verder van de oplossing af komt. Ik wil dat de jongerenoverlast wordt opgelost. Maakt mij niet uit waar de jongeren vandaan komen. Ik heb me neutraal opgesteld en altijd gezocht naar samenwerkingen. Wel vind ik dat de gemeente politiek zich meer mag verdiepen in kleine kernen. Die term geeft me overigens een Calimero-gevoel.”
Wat zie jij graag voor de jongeren?
“Het excuus voor de raddraaiers dat er niets te doen is, slaat nergens op. Er is echt wel wat te doen en anders moet er samen met de jongeren gekeken worden naar opties. Dit moeten we als volwassenen niet allemaal zelf verzinnen. De kans dat het dan gebruikt gaat worden is niet groot. Het moet draagvlak hebben. Maar dan nog is overlast en vernielen nooit een excuus. Een disco en een bioscoop gaan er niet komen. Niet met 12500 inwoners. Met de overlast op Molenweg en Raadhuisplein werd gezegd dat de ondernemers tegen de jongeren zijn. Dat is niet zo. Ik vind dat de zaken die niet goed gaan, echt aangepakt moeten worden. Het maakt het er niet makkelijker op nu de politiepost is verdwenen uit Rozenburg.”
Waarom ben je gestopt met politiek?
“Ik had toen nog een fulltime baan in loondienst. Ik was de man die op zondag het vlees kwam snijden, als ik er überhaupt al was. Het idee om in de Rotterdamse politiek wat te doen was uitdagend. Als je 12 jaar in de politiek zit, vertegenwoordig je een groep. Maar op een gegeven moment moet je je afvragen, wanneer is het goed geweest? Je ontwikkelt een kokervisie. Is het goed voor Rozenburg als iemand zo lang blijft zitten? Ik heb er over nagedacht in die zomer. Ik vond het een mooi moment om te stoppen.”
Terug van vakantie heeft Mark zijn beslissing meteen op Facebook gezet. “Ik hoopte dat de oude politieke tegenstellingen zouden stoppen met nieuwe aanwas. Ik heb tegen de nieuwe mensen gezegd dat ik graag wil sparren, maar nieuwe mensen met nieuwe ideeën is goed voor het dorp. Jammer dat de politieke lijsten in de wijkraden zijn gestopt. Als politieke partij of lijst kun je elkaar scherp houden.”
Als er een deur dichtgaat, gaat een andere open.
“Ik zat ook al een aantal jaren niet op mijn plek bij mijn werkgever. Toen ik stopte in de politiek, werd ik benaderd door winkeliersvereniging EMR en ondernemersvereniging BIZ Pothof. Ik hield me in de politiek ook bezig met ondernemers. Zo ben ik mijn eigen bedrijf gestart, als centrummanager voor winkelgebieden en parkmanager voor bedrijventerreinen. ‘Het systeem’ dat is een kracht van me geworden. Ik doe hetzelfde werk nu in andere gemeenten. Ik doe wat ik al deed, maar dan als zelfstandige. Het Rotterdamse format en het instituut, dat is een log beest, maar Rozenburg mag zich in zijn handjes knijpen met de wijknetwerker, de wijkmanager en bedrijfscontactfunctionaris die er nu rondlopen.”
“Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het ondernemersklimaat aantrekkelijk blijft?”
Bij jou is het glas altijd halfvol in plaats van half leeg. Waarom?
“Toen Slagerij Van Leeuwen stopte, was dat voor mij ook een verrassing. Mensen zeiden dat ze stopten omdat de huren op het Raadhuisplein te hoog waren. Ik weet niet of dat dat echt de reden was. We moeten voorzichtig zijn met oordelen waarom iemand stopt. Het zijn vaak meerdere factoren. Daar zijn we als Rozenburgers medeschuldig aan. We kunnen als detailhandel wel zeggen: er moeten meer klanten komen. Maar je kan als Rozenburger ook zeggen: moeten we alles online bestellen? Durf in de spiegel te kijken.
Uiteindelijk zijn er meerdere uitdagingen voor de winkeliers hier. Afzetgebied, huurprijzen, veel sociale huurwoningen. De groep inwoners die twee keer modaal of meer verdient, verandert en verhuist. Arbeidsmigranten werken en gaan alleen naar de supermarkt. Die gaan ook niet shoppen. Ik heb geen kant en klaar antwoord. Dat is wel de uitdaging: hoe kunnen we ervoor zorgen dat het ondernemersklimaat aantrekkelijk blijft?”
Wat zijn jouw dromen voor Rozenburg?
“Ik ben opa geworden. Ik hoop dat mijn kleinzoon hier zijn weg gaat vinden. Willen we als Rozenburg tot iets moois komen, dan moeten we niet naar de verschillen kijken, maar de handen ineen slaan en kijken wat er goed gaat en zoeken naar oplossingen. Wij moeten kijken naar wat we hebben en niet klagen over wat we niet hebben.”
Heb jij een boodschap of advies voor de gewone Rozenburgers?
“De negativiteit die wij ervaren, ik vraag me af of dat wel een beeld is van het hele Rozenburg. Er is een selecte groep toetsenbordridders op Facebook die overal lekker tegenaan schoppen. Maar wat is dan de oplossing? Als je zegt dat het niet goed is, denk dan ook even na over hoe het beter kan. Rotterdam is de mooiste rotstad zeggen ze wel eens. Dan is Rozenburg het mooiste rotdorp.”
0 reacties