Vanja in gesprek met Heleen Klifman
Toen Vanja Beukelman-Pavlovic de talkshow Tafelverhalen presenteerde, was Heleen Klifman haar eerste gast. Met haar makelaarsbedrijf Honkvast is Heleen gespecialiseerd in de Rozenburgse woningmarkt. Zij is een geboren en getogen Rozenburgse, geboren in het dorpje Blankenburg, Met namen van hier als Varekamp en Kleywegt in de familie.
“Ik ben nooit van het dorp af geweest”, zegt Heleen zelf. Ze is in Blankenburg geboren, vlak voor het dorpje moest verdwijnen. “Het was een echt dorpje met een eigen bakker en kerk. Het lag waar nu het bedrijf Huntsman staat. Er was nog een ander dorpje, waar nu de Nieuwe Sluisweg is. Het heette Nieuwesluis. Er was een kasteeltje, D’Oliphant. Ik kan me nog herinneren dat ik met mijn vader op de fiets naar het kasteeltje ging. Dat is met het verdwijnen van het dorpje naar Rotterdam verhuisd en steen voor steen herbouwd.”
Toen Blankenburg verdween, kwamen alle bewoners op de Platen in Rozenburg terecht. “In kleine, platte huisjes. Daar groeide ik op met allemaal Blankenburgse families. Tot mijn 11e woonden we daar. De olieboer, de bakker en de schillenboer kwamen nog aan huis. De wijk was bijna autovrij. We speelden buiten met iedereen. Ik heb eigenlijk een heel beschermde jeugd gehad.”
In haar jeugd zag Heleen Rozenburg snel groeien. “Ik heb hele wijken gebouwd zien worden. Toen we hier kwamen was de Oranjelaan het einde van Rozenburg. Je had alleen de Bomendijk en de Zanddijk en de rest was polder. Een zus van mijn moeder woonde op de Bomendijk. Daar had je aan weerskanten om je heen alleen maar weiland op de fiets. Het stuk waar de sporthal nu staat, de Rivierenlaan en de Laan van Nieuw Blankenburg, die heb ik zien bouwen.”
Het dorp groeide samen met jou.
“Ja, dat was echt zo. In de jaren ‘70 en ‘80 groeide Rozenburg het hardst. Mijn vader komt van oorsprong uit Almelo. Hij kwam als jonge knul hierheen en leerde hier mijn moeder kennen. Zijn stiefvader ging bij Verolme werken. Er kwamen meer mensen vanuit het oosten van het land. Dan kregen ze hier een baan met een huis erbij. Een groot deel van de huizen op Rozenburg waren industriehuizen. Gebouwd in opdracht van Gulf, Shell of Verolme.”
Ben je nooit weggeweest van Rozenburg?
“Nee nooit. Ik heb uiteindelijk voortgezet onderwijs gedaan in Spijkenisse. Voor bovenbouw vwo moest je traditioneel naar Spijkenisse. Dat vond ik heel erg. Mijn vriendinnen bleven hier op de havo. Wat heb ik gehuild! Ik vond het vreselijk.”
Merkte je dat daar een andere mentaliteit gold?
“Ja, zeker. Ik blijf een beetje ambassadeur van Rozenburg. Ik sluit mijn ogen niet voor de veranderingen die plaatsvinden. Misschien ben ik een beetje in de ontkenningsfase. Ik zie Rozenburg nog steeds als een dorp. Andere mensen kijken naar het negatieve. Maar dat is niet alleen van Rozenburg, maar van de hele samenleving. De wereld. Ik weiger me te laten leiden door de verandering die gaande is in de hele maatschappij. Ik merk nog steeds dat ik altijd bekenden tegenkom hier. Die hoort daarbij, daar is dat gebeurd. Het is hoe je er zelf voor open staat.”
In je werk als makelaar zie je ook Rozenburg veranderen. Jij ziet dat Rozenburgers van 40 jaar geleden overlijden of weggaan. Dan zie je dat hun huis door iemand anders wordt gekocht. Door wie?
“Ik doe dit werk nu tien jaar. Bij mijn start heb ik een marktonderzoek gedaan. Toen verhuisde 80 procent van de mensen binnen Rozenburg. Dat is niet meer zo. Het neigt nu naar minder dan half-half van binnen Rozenburg en naar buiten. Een grote verandering in 10 jaar. Het nieuwbouwproject krijgt gelukkig minstens de helft Rozenburgers. Ik ben honkvast maar Rozenburgers zijn ook honkvast. Toch merk je dat er behoefte is om te verhuizen. Er gaan leuke gezinnen weg. Die zie ik met lede ogen vertrekken. Dat komt door een ander woningaanbod. Hier op Rozenburg zijn we bijna uitgebouwd. Er is weinig plek meer om te bouwen.”
Je hebt een dochter en een kleinzoon. Zij woont in Rotterdam. Is zij eruit gegroeid uit Rozenburg?
“Zij wil niet meer uit de stad weg en komt hier niet meer terug. Wat ik soms wel zie is dat jonge Rozenburgers na verloop van tijd terug komen. Maar zij is al jong op kamers gegaan. Zij was in de weekenden al in Rotterdam bij haar vader. En ze heeft de middelbare school gedaan in Brielle en in Vlaardingen. Zij heeft niet veel meer, hier. Een vriendin en de familie. Daar komt ze af en toe voor terug. Verder komt ze niet voor de lol naar Rozenburg.”
“Sommige jonge Rozenburgers komen terug. Mijn dochter heeft die binding niet. Ze snapt wel dat ik dat heb. Ik kan me niet voorstellen dat zij datzelfde in Rotterdam heeft. Zij houdt gewoon van het stadse leven. Op de fiets naar de Bijenkorf. Ze heeft daar wel vrienden die uit Rozenburg komen. Dat zoekt elkaar toch weer op. Op feestjes daar zie ik toch: dat is er een van die en dat is er een van die. Dat is wel weer grappig. Dan vraag ik: hoe is het met je ouders?”
Wat is het karakter van Rozenburg?
“Ik hou me nog steeds vast aan het dorpse karakter. Ik word daar nog steeds om uitgelachen. We hadden met Valentijnsdag een social mediapost waarin we opriepen het leukste huis van Rozenburg te noemen. Er zijn hier een stuk of tien mooie huizen die een bepaalde uitstraling en sfeer hebben. En dan schrijft iemand er een flauwe reactie onder. Dan denk ik: reageer gewoon niet. Ik heb die reactie weggehaald.”
“Ik hoop dat het Rozenburgse karakter nog steeds is van ons kent ons. Ik vind dat ook nog steeds. Maar misschien sta ik anders in de samenleving. Ik kom echt uit een familie van ‘ons kent ons’. Ik ken in bijna elke straat iemand. Zoals ik hier leef zou ik niet ergens anders kunnen doen.”
Wat is jouw advies voor een betere samenleving in Rozenburg?
“Ik ben van leven en laten leven. Een negatieve actie vraagt een negatieve reactie. Allemaal een beetje liever voor elkaar zijn. Het is zo makkelijk om een beetje blij in de wereld te staan.”
Al jaren strijdt Heleen tegen het vooroordeel over Rozenburgers. “Er wordt altijd een beetje meewarig gedaan alsof wij in Rozenburg arm zijn. Mensen realiseren zich niet dat hier ook veel kapitaalkrachtigen zijn. Ploegendiensten in de haven, waar je veel verdient. Je hebt hier ook arme mensen maar die heb je overal. Toch wordt dat heel vaak zo gezegd over Rozenburg.”
“Ik ben graag ambassadeur van Rozenburg. Ik vind oprecht dat wij een mooi dorp hebben, goede faciliteiten, mooie natuur. Het is een goede uitvalsbasis. Ik ben blij met de tunnel. Het is hier prettig wonen. De industriegeluiden, daar wen je aan. Ook daarin is Rozenburg met mij meegegroeid. Wij houden dat dorpse. Dat willen we ook niet anders.”
Heleen maakt deel uit van Vocalgroup Lava en treedt daarmee op in heel Nederland. “Tussendoor hebben we een praatje. Dan zeg ik: ik kom uit het groene hart van de kloppende industrie waar heel Nederland van profiteert. Ik snap het dat mensen zich niet kunnen voorstellen dat Rozenburg zo mooi is. Zij zien vanaf de snelweg alleen de tunnel en de industrie. Maar als je in een miljoenenvilla in Oostvoorne woont moet je ook steeds datzelfde stuk met datzelfde uitzicht rijden.”
Ik vergelijk jou met Rozenburg. Jij bent iemand die typisch Rozenburgs is. Ik heb Rozenburg ervaren zoals jouw karakter toen ik hier naartoe kwam vanuit Joegoslavië.
“Ik wil me nauw verbonden blijven voelen met Rozenburg. Ik vind dat iedereen daar zelf verantwoordelijk voor is. Gewoon ‘goedemorgen’ zeggen, iemand complimenteren met zijn jas. Het is zo simpel. Als ik bij de bakker binnenkom, kan ik ‘Goedemorgen Elly’ tegen de verkoopster zeggen. Dat vind ik fijn en ik hoop maar dat iedereen dat voelt. Mensen komen hier wonen, omdat ik als makelaar zeg dat het hier fijn wonen is. Gelukkig kunnen ze dat later beamen. Het is geen verkooppraatje. Het is echt fijn wonen.”
Heleen ziet dat veel mensen met andere nationaliteiten nu huizen kopen op Rozenburg. “Pools, Lets, Portugees. Ze zijn hier via Rotterdam of het Westland naartoe gekomen. Hier wonend hebben ze het zo naar hun zin dat de rest van de familie ook komt. Dat zie je wel echt groeien. Ze vinden het hier heel fijn wonen. Ook voor de kinderen. Lekker buitenspelen. Hier is alles wat je nodig hebt. Daar ben ik dan heel trots op. Ja, hun levenstandaard is soms anders. Dan heb je een huisje waar Nederlanders hun neus voor ophalen, maar is het voor die mensen een paleis. Die zijn allang blij dat ze een heel dak boven hun hoofd hebben. Ik weiger om me door negativiteit te laten leiden. Ik blijf met hetzelfde enthousiasme mensen binnen halen.”
“Ik heb altijd fijne buren gehad, maar misschien is dat omdat ik zelf een fijne buurvrouw ben. Dan zijn zij ook aardig tegen mij. Ik kan er niet zo goed tegen als het over ‘die hangjeugd’ gaat. Ik loop best ‘s avonds nog even naar Albert Heijn. Ik zeg ‘hoi jongens’ en ik heb er geen last van. Misschien omdat ik groot ben. Maar ik heb die angst niet.”
Wat kan jij anderen adviseren tegen het negatieve denken?
“Ik probeer hier ook dingen te benoemen die voor ons vanzelfsprekend zijn. Gratis parkeren. Drie supermarkten, keurig verdeeld over het dorp. Je kan 10 km rondom Rozenburg lopen, fietsen of skaten. Dan kom je langs mooie stukken, afwisselend. De mooiste kinderboerderij, de Dorpstuin. Ga eens proberen met een andere blik door je dorp te lopen.”
“Ik vind dat wij nog steeds een heel goed winkelaanbod hebben. Daar wordt heel veel van gevonden. Dan moppert iedereen dat de slager stopt. Ja dan had je maar meer biefstuk moeten kopen. Iedereen koopt nu online of buiten het dorp. Bij Ouwendijk is het misschien iets duurder dan bij de Praxis, maar je hoeft dan niet het dorp af. Ze zijn bovendien erg behulpzaam. Echte Rozenburgers.”
“Eerlijk is eerlijk: ik vind de Koningshoek leuk. Daar slaag ik goed. Maar alles wat ik nodig heb, kan ik op het dorp kopen. Ik ging laatst kinderschoentjes kopen met mijn kleinzoon. Zijn voetjes zijn keurig opgemeten. We hebben hier gewoon een Hema en een Kruidvat en een Wibra. Ik denk dat we voor het aantal inwoners een heel goed winkelaanbod hebben.”
Wat is jouw visie voor de toekomst van Rozenburg?
“Dat is geen makkelijke vraag. Ik vrees dat het nog wel minder gaat worden. Dat is niet Rozenburg-gerelateerd. Dat individualisme. Mensen worden egoïstischer. Ik denk dat ik het daarom in Nieuw-Zeeland zo leuk vond. Daar was ik pas geleden. Ze lopen daar 20 á 30 jaar achter. Het was daar bijna een warm bad. Het was oprecht. Mijn moeder komt uit een gezin met zeven kinderen. En al die kinderen trouwden met bekenden. Die familieband was heel groot. Ik had overal in het dorp familie zitten. Ik ben ook echt een familiemens. De zondagen met opa en oma met alle ooms en tantes en neefjes en nichtjes. Gelukkig heb ik nog steeds goed contact met de familie.”
“Het bestuursorgaan interesseert me minder. Ik denk dat daar nog veel te behalen valt. Ik ben fan van Rob Oosterlee. Hij heeft echt een Rozenburgs hart. Dat heeft wel zijn uitstraling op de samenleving. Je kon laatst de burgemeester even ontmoeten op een vrijdagmiddag. Het linkje naar Rotterdam. Ik had er wel even naartoe gewild. Ik denk dat Rozenburg meedraait in de teloorgang van de hele maatschappij. Daar zullen we ons allemaal met elkaar aan moeten aanpassen. Het is een transformatie die in het hele land plaatsvindt. Het nieuwe samenzijn daar kun je niet omheen.”
“Zo’n multifunctioneel centrum. Rozenburg is steenrijk maar straatarm. Al het geld zit in de stenen. Mijn ouders komen niet in aanmerking voor sociale huur. Teveel pensioen opgebouwd. Ze willen niet van het dorp af dus de hele woningmarkt ligt stil. Zo zijn er heel veel voorbeelden. Ik ben blij dat Welgelegen is gebouwd. Lang niet iedereen komt in aanmerking. Al het geld van de vergrijzing zit in de stenen. Wij hebben niet de mogelijkheden om te faciliteren. Geen bejaardenhuizen. Geen thuiszorg.”
Toch blijf jij positief.
“Ik heb een mooi zinnetje op mijn website. ‘Je moet gewoon trots zijn op wat je wel hebt.’ Mijn glas is altijd halfvol. Het is maar net hoe je in het leven staat. Ik ben een blij ei. Dat is lastig aan mensen over te brengen. We hebben hier nog steeds een goed vrijwilligersleven. Een hospice met 50 vrijwilligers, nog geen drie jaar oud. Dat vind ik heel bijzonder. Het is in no-time uit de grond gestampt en 50 mensen zetten zich er met hart en ziel voor in.”
“Ik werd gebeld door iemand uit Hellevoetsluis om daar een huis te verkopen, maar ik doe alleen Rozenburg. Nauw verbonden zijn en willen blijven met het dorp, daar ben je zelf verantwoordelijk voor. Mijn tante in Nieuw-Zeeland is hier al 40 jaar weg, maar als iemand nauw verbonden is met Rozenburg, is zij het. Via Facebook. Zodra de kalenders er zijn, gaat de eerste naar haar.”
Mooi verhaal Heleen! En ja, Rozenburg, ik ben er ook geboren en dacht dat ik nooit weg zou gaan. Maar ja, het werk na de opleiding trok ons naar Brabant.
Nog steeds kom ik graag op Rozenburg. De zee dicht bij, die missen we wel in Brabant
Prachtig verhaal Heleen en Vanja
Jij bent echt een blij ei, daar krijgt ieder een goed gevoel bij!
Fijn dat je naast ons woont!