Vanja Beukelman in gesprek met Arie en Sylvia
Arie van der Meer is komend jaar 50 jaar lid van UDI, Uitspanning door Inspanning. Hij komt uit een UDI-familie en ook in het gezinsleven met zijn vrouw Sylvia en hun drie inmiddels volwassen kinderen, speelde de muziek een belangrijke rol. Arie is 18 jaar voorzitter geweest van UDI. Hij speelt nog steeds basklarinet in het orkest. Sylvia speelde er saxofoon en heeft veel vrijwilligerswerk verzet in de opleiding van UDI.
“Op een gegeven moment zat zelfs ons hele gezin van drie kinderen bij UDI.”
“UDI bestaat sinds 4 februari 1899”, vertelt Arie. “Mijn vader is 67 jaar lid geweest. Hij speelde cornet. Als mijn vader de ruimte en geld had gehad voor het conservatorium, dan had hij daar ver in kunnen komen. Uiteindelijk moest hij stoppen omdat het niet meer ging. Toen is hij erelid geworden. Mijn oom, zijn broer heeft het 74 jaar volgehouden. Een andere broer was ook lid. Toen Blankenburg weggevaagd werd, is hij met een boer meegegaan naar de Noordoostpolder. Mijn broer en zus speelden ook, al is mijn broer nooit bij het orkest geweest. Onze dochter Rianne speelt klarinet bij UDI. Toen er in 1999 een foto werd gemaakt voor het 100-jarig bestaan van de muziekvereniging, stonden we met drie generaties op de foto, mijn vader, ik en mijn dochter. Op een gegeven moment zat zelfs ons hele gezin van drie kinderen bij UDI. Eline, onze jongste bij de majorettes en Erwin en Rianne bij de harmonie, net als wij.”
Een muziekvereniging was vroeger belangrijk voor een gemeenschap.
“UDI is ontstaan na een feest met koningin Wilhelmina. Bij haar onthaal kwam de fanfare van Abbenbroek hier blazen, omdat Rozenburg geen eigen fanfare had. Dat was tegen het zere been van de Rozenburgers. Zo werd UDI opgericht. In de beginjaren was het een fanfare, in 1927 is het een harmonie geworden. Later kwam Wilhelmina nog een keer en toen kon UDI voor haar optreden. UDI speelde bij alle belangrijke gebeurtenissen. Feesten op het dorp, openingen van fabrieken en tewaterlatingen van schepen. Op Koninginnedag ging je vanaf de Schans marcherend naar het gemeentehuis. De aubade en daarna marcherend naar de huizen van de nieuwe lintjesdragers voor een serenade. De Mudband is ontstaan in 1993, met leden van de harmonie. Carnavalsvereniging De Smooksnuivers vond het lastig een boerenkapel te krijgen, want De Polderjongens, ook van UDI, was inmiddels gestopt. Toen is de Mudband begonnen. Dat heeft ook 28 jaar gedraaid.”
Arie is ooit begonnen op de dwarsfluit.
“Dat lukte niet. Toen zei mijn vader: ‘Ga de klarinet proberen.’ Dat ging goed. Zo ben ik aan de klarinet gekomen. Ik had les van mijn ome Jan. Het was in de tijd dat je een leerboekje had van Kessler en als dat uit was, dan was het voor de gene die les gaf klaar en dan moest je voorpelen voor de dirigent. Een soort toelating. Hij bepaalde dan of je bij het orkest mocht. In die tijd kreeg je nog les van een medelid. Tegenwoordig hebben we bij UDI een echte opleiding, met professionele docenten. Daarvoor was er een muziekschool in Rozenburg, Regionale Muziek School Uit de Kunst. Toen die in 1996 stopte, begonnen we bij UDI zelf.”
Arie werd voorzitter in 1998.
“Dat was vlak voor het 100-jarig bestaan. Dat jubileum is een groot feest geworden. We hadden een groot jubileumconcert in de Rozet. Edwin Rutten kwam Peter en de Wolf vertellen. Hij had ook een lied gecomponeerd, De UDI Blues. Hij zong de voornamen van alle leden. Het was een grandioos jaar. Mijn taak was de vereniging leiden en de boel draaiende houden samen met het bestuur. We hadden toen over de honderd leden. Drie groepen majorettes, harmonie, opleiding. Er was dus werk aan de winkel. Het was best intensief. Ik heb er veel tijd ingestoken. In die tijd hadden we niet alleen het kerstconcert, maar bijvoorbeeld ook de serenade. Die deden we bij huwelijksjubilea en andere feesten.
“We hebben op het hoogste niveau van amateurs gespeeld.”
Bob Loggen, de toenmalige dirigent, speelde bij de marinierskapel. Die speelden van pop tot klassiek en dat nam hij mee naar UDI. Wij hadden het voorrecht dat we zo arrangementen hadden van muziekstukken die andere orkesten niet hadden. Hij heeft ons veel gebracht. We hebben op het hoogste niveau van amateurs gespeeld.”
Voorzitterschap doe je niet alleen.
“Ik had de mazzel dat Sylvia en de kinderen het ook leuk vonden. Die 18 jaar zijn voorbijgevlogen, maar ik had mijn gezin mee. Dat was ook wel eens lastig. Sylvia deed samen met Anneke Verhagen de leerlingenopleiding van UDI. Zij heeft er ook een hoop tijd ingestoken. Dan zit je ook wel eens tegenover elkaar.”
“Ik ben in ’97 of ’98 begonnen”, herinnert Sylvia zich. “Ik ben saxofoon gaan spelen. Oefenen, oefenen, oefenen. Carla van Ham deed toen de opleiding. Als zij niet kon, dan ging ik. Dat was in de zijbeuk van de Schans. Dan nam je een thermoskan met koffie mee van thuis.”
Na het afscheid van dirigent Bob Logge kwam Lucienne de Valk bij UDI.
Sylvia: “Zij was nog jong en de klik was er. Zij was geknipt voor de leerlingen. Die wilden bij haar presteren. We hadden optreden na optreden. Bijna ieder weekend was het prijs. Tot het bestuur van de harmonie zei: ‘Zo is het wel goed.’ Zo is in die periode het idee ontstaan om een project op te zetten om de schooljeugd warm te krijgen voor muziek. Zij had een bestelbusje waar dan alle instrumenten werden ingeladen en zo gingen we in twee weken van school naar school. We hebben ook nog een keer een prijsvraag voor alle scholen gehad. Dat was van de bond uit. Dan moesten ze vragen beantwoorden en inleveren. Later schafte UDI via de bond een projectplan aan, dat project heette Windkracht 6. Er zat een lespakket bij. Na een paar jaar hebben we er onze eigen draai aan gegeven. Het liep als een tierelier en was een drukke maar geweldige tijd. Vooral de afsluitende avonden met de kinderen en hun families was een groot muzikaal feest. ”
Arie: “Zo kregen we best wat leerlingen binnen. Het lastige met muziek maken is dat je tijd moet investeren om het je eigen te maken. En dan van lieverlee de stap maken naar het orkest. Geduld hebben en tijd investeren.”
De jaaruitvoering was traditie.
“Dat was altijd in het voorjaar. UDI had over de 900 donateurs. Dan hadden we twee avonden volle bak in de Schans. Bal na, dat was altijd feest. Ik deed veel bij UDI, dus er kwam weinig van spelen. Via Lucienne kwam ik in aanraking met een projectorkest. Die verzorgden tien repetities met daarna een buitenlandse reis en optredens. Dat was hartstikke leuk en gaf me de drang om echt iets te doen. Je moest dan wel repeteren. Dat was een orkest van 90 man. We reisden onder andere naar Zweden. Daar was een zangeres José Bosschers, die zong met ons. Daarna hebben we haar gevraagd voor ons kerstconcert. Uiteindelijk heeft ze drie keer met ons opgetreden met het lied Gabrielle Song.”
Arie heeft 23 jaar in het bestuur gezeten, waarvan 18 jaar als voorzitter.
“Uiteindelijk vond ik het een goed idee dat iemand anders dat ging doen. Het heeft me veel gebracht maar ook veel gekost. Als ik Syl niet gehad had, had ik het niet zo lang volgehouden. Ik heb veel contacten gehad met zoveel verschillenden soorten mensen uit alle hoeken van de samenleving. Daar word je rijker van. Ik heb burgemeester Aboutaleb ontmoet. In 2015 heb ik een lintje gehad in de orde van Oranje Nassau. Dat was mooi.”
Zo kregen Arie en Sylvia meer tijd voor hun passie voor lange wandelingen.
“In 2010 zijn we begonnen met wandelen. Ik werkte bij een bedrijf in Leidschendam. Daar zat een directeur die altijd weer begon over het Pieterpad, het langste lange-afstandspad van Nederland. Hij vond het wandelen zo lekker en zo goed voor je geest. Wij vonden dat meer voor oude mensen. Na twee jaar hebben we toch eens wandelschoenen gekocht. Begonnen we hier op Rozenburg wat kilometers te maken. Dat was eigenlijk best leuk en ontspannend. Echt tijd voor onszelf. Uiteindelijk hebben we het boekje De Nederlandse Wandelclub besteld bij de LAW, Lange Afstand Wandelingen, en zijn we in 2010 aan het Pieterpad begonnen.
Tijdens de eerste etappe, van Pieterburen naar Winsum had ik al zo erg blaren. Moesten we hier nu van genieten? De tweede etappe naar Groningen zijn we helemaal te pletter geregend. Toch hebben we het volgehouden en hebben we in een jaar tijd het hele Pieterpad gelopen. Daarna schaften we het volgende boekje aan. Liepen we het Trekvogelpad. Op een avond zagen we bij KRO Kruispunt een verslaggever op de Camino, een pelgrimstocht naar Santiago de Compostela, die pelgrims interviewde. We hadden allebei zoiets van: dat is leuk om te doen.”
“We hadden, in tegenstelling tot veel pelgrims, geen denkbeeldige rugzak met dingen om los te laten.”
“Een neef van Sylvia moest gaan wandelen voor zijn gezondheid. Die heeft zijn rugtas gepakt en is naar Santiago gaan wandelen. Na een gesprek met hem is het gaan leven. We maakten plannen en hebben in 2016 het onze eerste deel van de Camino gelopen, Camino Frances. Voor je dat gaat doen, moet je veel regelen. Want we wilden hem aaneengesloten lopen vanuit de Pyreneeën tot Santiago. Dat betekent dat je zes á zeven weken uit de roulatie bent, huis en haard achterlaat. Dat balanceerde de drukte in ons leven.”
Na die reis, wekenlang leven uit een rugzak, was het wennen om weer materiaal bezit te hebben.
“We hadden daar alleen ons eigen rugzakje met kleding en noodzakelijke dingen. We hadden, in tegenstelling tot veel pelgrims, geen denkbeeldige rugzak met dingen om los te laten. Zoals een scheiding, een dierbare verloren, een baan kwijt of een burn-out. Wij waren er voor de ervaring en wat op ons pad zou komen. Wij waren samen, maar meestal zijn mensen alleen. Wel was het een grote levensles dat je vrij bent, dat je kan doen en laten wat je wil, dat iedereen gelijk is. Loslaten van druk en dat je niet zoveel nodig hebt om gelukkig te zijn. We zijn als andere mensen teruggekomen en weten dat je altijd aan zal komen. Het leven is simpel onderweg. Het enige wat je moet doen is naar Santiago lopen. Als je dat zes weken hebt gedaan, dan ben je weg van alles. Er is alleen dat pad en je medepelgrims.”
Arie en Sylvia hebben twee keer een andere route van de Camino gelopen en hebben daarover presentaties gegeven.
“In oktober hebben we nog twee keer een presentatie gegeven. Een keer daarvan voor het Sint Jacobsgenootschap van wandelaars. Die kwamen hier wandelen op de Landtong en na de lunch gaven we onze presentatie. Dat was voor ons best spannend, want driekwart van de bezoekers had diezelfde route ook al gelopen. Maar ze waren vol lof. Daarna spraken we mensen die helaas hun tocht moesten afbreken door de coronamaatregelen. We willen volgend jaar weer een andere Camino gaan lopen. Het is alleen een beetje afhankelijk van corona.”
Zo… Fantastisch verhaal..
Geweldig om te lezen..
Super prestaties geleverd..
En zo leuk heel de familie bij de udi..
En zoals Barrie Steven zegt…
Blijven doorgaan..
Groetjes Bep
Wat hebben wij genoten van jullie belevenissen. En de muziek en het wandelen. En gezellig verslag, van het hele verhaal. Blijf van de muziek en het wandelen genieten. Hou vol, blijf gezond. Met vele groetjes van ons beiden.
Het verhaal is van mijn eigen zus en zwager en natuurlijk ken ik meer dan de helft van de inhoud.
De manier echter waarop dit is geschreven, met zoveel respect en warme interesse, heeft mij toch weer een iets andere blik gegeven op de eigenzinnige wijze waarop zij hun leven hebben ingericht. Compliment voor de schrijver en natuurlijk ook voor mijn zus en zwager! Well done…
Met vriendelijke groet,
Cees